woensdag 30 januari 2008

Shell

Jawel, de kogel is door de kerk. Ik kom op 5 juli definitief terug naar Nederland.
Gisteren heb ik besloten om het contract aanbod dat ik van Shell heb gekregen te accepteren. Daarmee is het einde van mijn studentenleven echt in zicht gekomen!

Ik krijg een baan binnen Shell International Exploration & Production in Rijswijk. Ik zal gaan werken op de afdeling New Business Development in de groep die zich bezig houdt met "New Business, Competitve Strategy and IOC Relations" (IOC staat voor International Oil Company). Ik word aangenomen als "Business Analyst" en het komt er op neer dat ik als onderdeel van een team mogelijke toekomstige projecten ga beoordelen.
Zoals gezegd kom ik op 5 juli aan in Nederland en ik begin bij Shell op 4 augustus. In de tussentijd hoop ik een woning te vinden in Den Haag of Rijswijk, dus als iemand iets weet dat rond die tijd vrij komt, houd ik me aanbevolen.

Voor dat het zover is moet ik nog wel eerst even afstuderen, dus ik ben nu hard bezig met mijn scriptie (en volg daarnaast ook nog vakken). Dus daar ga ik gauw weer mee verder.


dinsdag 22 januari 2008

Kerstvakantie


Na mijn trip naar Thailand had ik ruim een week in Austin om nog wat aan mijn scriptie te werken en me voor te bereiden op Kerstvakantie. Op 10 december vloog ik terug, via Houston, naar Amsterdam waar ik de volgende ochtend aankwam. Vrijwel niemand op die vlucht had als eindbestemming Amsterdam, met als gevolg dat mijn koffers met de andere koffers mee een rondje Schiphol deden, waardoor het behoorlijk lang duurde voordat ik ze had. Ik stond al bijna op het punt om het op te geven, toen ze dan toch op de band terecht kwamen. Niet veel later was ik terug in Oegstgeest waar Simba me blij begroette.



Die woensdag ben ik bij de Oude Delft 29d langs geweest om te eten en wat bij te kletsen, gevolgd door een bezoek aan de bioscoop waar StuD haar 'kerstpakket' filmavond voor uitzendkrachten hield. Het was erg leuk om iedereen weer eens te zien en de filmavond was dan ook (naar ik vernomen heb net als vorig jaar) een groot succes.

Meteen die vrijdag ging ik met mijn vader naar Mayerhofn in Oostenrijk om lekker te gaan skiën. Dat had ik vorig jaar niet gedaan, dus daar keek ik behoorlijk naar uit. Om de files voor te blijven besloten we vrijdag rond het middaguur te vertrekken: tevergeefs. In het Ruhrgebied stond alles hardstikke vast, en het duurde dan ook aanzienlijk langer dan gepland om in Brannenburg (ten zuiden van München) te komen, waar we hotelletje hadden geboekt om te overnachten. Na een laat avondmaal besloten we direct ons bed in te duiken. De volgende ochtend hadden we gelukkig geen last meer van files en in een uurtje waren we in Mayrhofen waar we vriendelijk onthaald werden door mevrouw Kofler.
Na volledig te zijn gesetteld, hebben we een middag-skipas gekocht en zijn we de piste op gegaan. De sneeuw was fantastisch, al was wel te merken dat mijn skis behoorlijk waren afgeragd. Aan het eind van de middag heb ik die dan ook ingeleverd voor een servicebeurt. Dat was overigens niet eens zo makkelijk als gedacht, aangezien ze behoorlijk op begonnen te raken. Hierna zijn we naar de Icebar gegaan om wat van het pré-seizoen après ski mee te pakken. Het was verassend druk en gezellig, en we lagen dan ook niet voor de kleine uurtjes in bed. Dit zou overigens ook meteen de laatste avond worden dat het zo laat werd, want de rest van de week was het constant heel rustig met de après ski (de weekend-skiërs waren er niet meer).
Rustig betekende echter niet ongezellig: zo ontmoetten we een Duitse moeder en dochter die met zijn tweeën een weekje kwamen skiën en waren er nog een aantal andere gezellige mensen waar we de rest van de week mee optrokken.
Ondanks het gebrek aan een bruisende aprés ski, was het een zeer geslaagd weekje.



Na terugkomst in Nederland diende Kerst zich aan. Dit moest natuurlijk met de familie gevierd worden, en in een familie met gescheiden ouders betekent dat dus eerst bij de één, daarna bij de ander. Zo was de afspraak dat we kerstavond en eerste kerstdag bij mijn moeder zouden doorbrengen, en tweede kerstdag (en later) bij mijn vader. Zo gezegd, zo gedaan, behalve dan dat op eerste kerstdag mijn vader ook langs kwam in Empel om met de hele fam. kerst te vieren. Dat was heel geslaagd en we hebben heerlijk gegeten en gekolonist.



Aangezien we allemaal in het land waren, besloten we de zaterdag voor oud en nieuw met mijn StuD bestuur een soort informeel kerstdiner te houden. Richard had zelfs een date geregeld, al had zelfs hij dat niet helemaal verwacht.

Oud en nieuw is een altijd zoo geweescht club-puntje, en dit jaar werd dat in Utrecht gevierd bij Douwe Jan & Charlotte Langeveld. Het idee was dat we een diner zouden hebben waarbij we allemaal verantwoordelijk waren voor een gang. Zoals bijna wel te verwachten was, duurde dat allemaal wat langer dan gepland, en stond 2008 iets te vroeg voor de deur om het diner volledig af te maken, maar dat mocht de pret natuurlijk niet drukken. Na het diner was het natuurlijk tijd voor de kroeg, waar we ons nog goed afgetopt hebben.

Daarmee was mijn tijd in Europa weer zo goed als ten einde, aangezien ik 4 januari 's ochtends weer naar deze kant van de plas vloog. Na een dagje in Austin te zijn geweest, vervolgde ik mijn reis naar Belize, waar een studiegenoot een huisje heeft op een eiland aan het koraalrif. We waren met een paar man uitgenodigd om daar een weekje te komen uitrusten voor het semester weer begon, en dat laat ik natuurlijk niet aan me voorbij gaan!
Stom genoeg had ik mijn goede zonnebril in Nederland laten liggen, en was ik de onderwaterbehuizing voor mijn fotocamera in Austin vergeten dus was ik niet geheel voorbereid op deze mooie trip. Erg jammer aangezien het water ongelooflijk helder was en we vele indrukwekkende vissen gezien hebben, waarvan gespikkelde adelaarsroggen, vele pijlstaartroggen (stingray) en verpleegsterhaaien het meest tot de verbeelding spreken.
Naast duiken heb ik vooral veel op een strandstoel een boek zitten lezen, en hebben we een trip gemaakt naar het binnenland (3 km van de grens met Guatemala), naar een Maya ruïne (al zeggen ze daar 'Maya site' aangezien ruïne een negatieve toon draagt). Dit was zeer indrukwekkend, en bovenop stonden we op het één na hoogste punt van Belize (het hoogste punt was overigens ook op een Maya site). Ik zal er niet te veel over vertellen maar de foto's het werk laten doen.



Het Huisje




Tropic Air, de nationale luchtvaartmaatschappij van Belize, vliegt met deze kleine turboprops.

Na het bezoek aan de Maya site zijn we gaan Cave-tuben. Dit concept verdient enige uitleg: tuben is in een grote rubberen opgeblazen band jezelf in een rivier stroomafwaards laten zakken. Over het algemeen is dat een nogal relaxte bezigheid, zeker in combinatie met de nodige biertjes. Het speciale aan cave-tubing is dat deze rivier door een grot stroomt, en het dus pik-donker is (maar je hebt een soort mijnwerkerslamp op je hoofd zodat je toch wat ziet). Dit is heel indrukwekkend kan ik wel zeggen, maar aangezien ik dus niet de waterdichte behuizing van mijn camera bij me heb, heb ik hier helaas ook geen foto's van.... Goede reden om nog eens terug te gaan.

Na deze zon-zee-strand vakantie was het dan echt afgelopen met relaxen, en was het tijd om weer aan mijn scriptie en vakken te gaan werken. (hoewel...één van mijn vakken dit semester is Golf voor gevorderden!).

zaterdag 5 januari 2008

Clublustrum: Thailand

Op het vliegveld van Bangkok aangekomen viel me meteen op hoe modern dit gebouw was. Het bleek slechts een jaar oud te zijn, en alles was prima geregeld. In no-time was ik door de paspoortcontrole heen en liep ik naar de bagageband. Ook mijn bagage was binnen de kortste keren terecht en ik ging op weg naar de ontvangsthal. Hier pinde ik wat baht's en regelde ik een taxibusje die mij naar mijn hotel bracht. In de duisternis lag het in een beetje vreemde buurt. Het hotel zelf was GROOT. Bij inchecken werd mij verteld dat ze volgeboekt waren en dat ik daarom in een suite werd gezet. Geen probleem natuurlijk. Jammer genoeg was het maar voor één nacht, aangezien de volgende ochtend mijn club aan zou komen en dat onder een andere reservering viel.

Na een beetje te zijn gesettled, vond ik het tijd om de stad maar eens te verkennen. In het vliegtuig had ik al gedineerd, en het was inmiddels een uur of tien, dus het was tijd voor een drankje. Bij de receptie vertelde een aardige juffrouw dat ik daarvoor het beste kon gaan kijken op Khao San Road. Daar ging ik dus heen. Buiten werd ik meteen benaderd door een jonge Thai die mij wel met zijn tuk-tuk naar Khao San Road wilde brengen. Onderweg raakte we een beetje aan de praat (voor zo ver mogelijk; in een tuk-tuk zit je achter de bestuurder, en die dingen zijn vrij luid), en hij vertelde me wat leuke dingen van Bangkok (die ik mij niet meer herinner). Op Khao San Road aangekomen, wilde hij weten hoe laat hij mij weer moest ophalen, waar ik natuurlijk niet echt een antwoord op had.
Ik was van plan om een uur of 12 terug naar het hotel te gaan, aangezien de rest van mijn club de volgende ochtend om 6u op het vliegveld aan zou komen, maar uiteindelijk pakte ik rond een uur of 2 pas de taxi.
Rond een uur of 6 werd ik inderdaad uit bed gebeld door mijn clubgenoten, dat ze in Bangkok waren aangekomen, en waar ik ze zou treffen. Een klein uurtje later was het 'weerzien' in de hotel lobby en besloten we in het restaurant een koffie te drinken (en ik wat te ontbijten).



Na het ontbijt hebben we een rondje om het hotel gelopen, waarna we met onze gids "Maha" enkele tempels (Wat’s) en paleizen in Bangkok gingen bekijken. Maha was zelf 2 jaar lang monnik geweest en wist werkelijk alles. Zo veel dat af en toe zijn verhalen wel heel lang duurde, en dat in combinatie met de jet-lag en ons slaapgebrek ging niet altijd even goed (als je de foto’s goed bekijkt kun je dat wel zien). Al heel snel viel op dat Thai heel erg van (blad-)goud en kleurtjes houden; alle tempels en paleizen zijn zeer kitscherig versierd (zie foto’s hieronder). In het begin is dat wel leuk, maar na een aantal dagen begint je dat je strot uit te komen. Ook hebben we meteen onze maag getraind met wat loempia’s van een stalletje op straat.



’s Avonds zijn we met de club naar Khao San Road gegaan, waar we onze eerste Thaise curry nuttigden en daarna het nachtleven onveilig hebben gemaakt.



De volgende ochtend moesten we vroeg op, want we gingen een fietstocht door (de sloppenwijken van) Bangkok maken. Onze gids You-Ping (Joepie). Bij het ontbijt had Laane het geniale plan gevat om een ei mee te nemen op de fietstocht, zogezegd om te ‘strepen’ naar degene die het langzaamste fietste. Blijkbaar had hij die vervolgens in zijn zak gestopt en het duurde dan ook niet lang of we moesten op de fiets stoppen omdat hij wat struif uit zijn zak moest halen. Zijn portemonaie glansde weer prachtig, en zijn mobiele telefoon was omgevormd tot het nieuwste model van Sony-Ericsson: de Fu-Yong-Hai. Overigens is dit model nooit de prototype-fase ontgroeid, want na een keer aanzetten deed hij het niet meer. De fietstocht was verder zeer interessant en ging in de sloppenwijken ongeveer door de hutjes van mensen heen. Af en toe hadden we werkelijk het idee dat we door de woonkamer van mensen heen reden. Zeer indrukwekkend.



Na de fietstocht zijn we met zijn allen naar een kleermaker vertrokken om linnen pakken te laten maken. Na een flinke sessie onderhandelen kregen we de pakken voor 3800 Baht (ongeveer 70 euro) per persoon. Niet slecht dus!
Die avond hebben we in Bangkok’s Chinatown opnieuw onze magen getest door ditmaal op straat bij een vis‘restaurant’ te eten. Daarna wilden namen we een tweetal tuk-tuk’s om naar een bar te gaan, maar in plaats van ons af te zetten bij die bar, werden we – aan de andere kant van de stad – afgezet bij de ‘Love me Tender’-bar. Hier hadden we niet zo heel veel trek in, dus weigerden we in eerste instantie uit te stappen. Toen dat geen effect resulteerde (ze wilden ons niet alsnog naar de goede bar brengen), zijn we zonder betalen uitgestapt. In de buurt van de ‘Love me Tender’ zat een Ierse pub waar we uiteindelijk maar wat zijn gaan drinken. In die Ierse pub kwamen we er achter dat Koppes die dag jarig was. Na hem gefeliciteerd te hebben kwamen er vage herinneringen op dat we dat die middag ook al hadden gedaan, sterker nog, die avond ervoor ook al (maar verder waren we echt fris en dronken bijna niet natuurlijk).

De tuk-tuk’s verdienen hier overigens een uitleg op zichzelf. Dat je voor een of twee euro de hele stad door wordt geracet, dat weet natuurlijk iedereen. Maar het is nog eens extra leuk als je met 3 tuk-tuk’s ergens heen gaat om de chauffeurs een kleine bonus (20 Baht ofzo) in het vooruitzicht te stellen voor degene die als eerste arriveert. Gevolg: ze snijden elkaar aan alle kanten af, maken de meest geniale inhaalmanoeuvres etc.



Dag 3 in Thailand gingen we naar ‘de’ voormalige hoofdstad van Thailand, Ayuthaya (later zouden we leren dat vrijwel iedere grote stad in Thailand ooit hoofdstad is geweest, maar dat wisten we toen nog niet). Onze gids van de eerste dag, Maha, was er weer bij om alles te vertellen over de tempels, Buddha en alles wat we nog meer wilden weten. Wederom waren zijn verhalen hier en daar wat lang, maar zo leer je natuurlijk wel alles over het Buddhisme en Thailand. De tempels die we in Ayuthaya bekeken waren allemaal ruïnes, wat een prettige afwisseling was: het goud en de kleurtjes waren overal vanaf, dus het zag er allemaal niet zo kitscherig uit.



’s Avond aten we weer een lekkere Thaise maaltijd alvorens groot inkopen te doen voor in de trein; we namen die nacht namelijk de (slaap-)trein naar Chiang Mai in het noorden van Thailand. Om dat te overleven hadden we dus wel wat biertjes en sterkjes nodig. De Thaise seven-eleven bood uitkomst en na alles in plastic tasjes te hebben gestopt liepen we met zijn drieën de winkel uit. We waren bijna buiten toen een stamelende Thai ons terugriep, we waren vergeten te betalen…



De volgende ochtend werden we in Chiang Mai naar ons hotel gebracht. Na een klein ‘opstootje’ in het zwembad: een Nederlandse toerist vond dat we wat luidruchtig waren (wat ook wel klopte), was het tijd voor een Thaise kookcursus. Eerst gingen we naar een lokale markt en werd het een en ander uitgelegd over de verschillende soorten rijst, dlai lais en sticky lais, en de verschillende chili-pepers die de basis vormen voor een lekkere pittige curry. Daarna reden we door naar de ‘boerderij’ waar de cursus gehouden werd. Vrijwel alle overige ingrediënten werden daar ter plekke gekweekt en dus kregen we een rondleiding door de tuin om de verschillende ingrediënten vers te plukken en te zien, ruiken en proeven hoe die groeien.
Vervolgens was het tijd voor het echte werk: koken. We begonnen met het maken van de pasta die de basis van de curry vormt. Daarna maakten we loempia’s, kip met cashewnoten (zoals de kip siam van de knor wereldgerechten) en natuurlijk de curry.
Het hoogtepunt van de kookcursus was natuurlijk het nuttigen van onze prestaties. Persoonlijk vond ik deze cursus een van de leukste ‘culturele’ puntjes van de reis.



Na de geslaagde kooksessie gingen we een drankje doen in Chiang Mai. Daar kwamen we in een tent terecht waar 2 bandjes stonden op te treden (in verschillende delen van de bar). De eerste band was behoorlijk goed en de sfeer zat er lekker in. De tweede band was behoorlijk apart. Vooral de leadzanger: hij droeg een rood sjaaltje met een witte cirkel in het midden met hakenkruis, naar eigen zeggen omdat hij het wel mooi vond. Nadat een aantal clubgenoten vonden dat ze daarover verhaal moesten halen bij de manager (een hele foute Engelsman), was het maar beter dat we zouden vertrekken.

Dag vijf van onze trip was het tijd voor een ander hoogtepunt: onze jungletocht. We werden in ons hotel in Chiang Mai opgehaald uit het hotel, en na een uur of twee rijden stopten we bij een waterval van een natuurlijke warme bron. Deze hebben we beklommen alvorens nog een uur te rijden om te worden afgezet bij een klein dorpje. Van daaruit gingen we te voet verder onder begeleiding van een gids die zichzelf Tom (van Tom Cruise) noemde. Verder was er ook nog een kerel bij ter beveiliging: kennelijk is het wel eens gebeurd dat wilde dieren een groep toeristen aanziet als een exotische snack. Gelukkig had Tom wel zijn Jungle-Book bij zich, zodat we wel alles over de Jungle en de dieren die er leefden konden op zoeken.



Op een gegeven moment stopten we midden in de Jungle, in eerste instantie dachten we dat Tom last had van Jungle-tocht, maar er bleek een vent rond te lopen en iets te zoeken: hij floot, en riep. Daarop vroegen wij of hij zijn hond kwijt was. Hij lachte hartelijk en legde uit dat hij zijn olifant kwijt was. Hierop schoten wij hard in de lach: hoe raak je nou een olifant kwijt, die beesten zijn niet bepaald klein! Ons lachen was snel over toen een paar seconden later onder luid gekraak van takken een olifant tussen de bomen vandaan kwam.



Op deze (en een aantal andere) olifant zouden we onze reis voortzetten naar onze slaapplek. Verboom had het ‘geluk’ een verkouden olifant te hebben uitgekozen die er niet zo veel zin in had, niet zo snel liep en hem ook nog eens de hele tijd onder niestte. Ten Cate en Siethoff hadden daarentegen een olifant die er wel behoorlijk zin in had, en besloot een stukje ‘off-road’ te gaan recht tegen de berg op en later recht naar beneden.

Niet veel later waren we aangekomen in het dorpje waar we die nacht zouden verblijven. Er werd uitgelegd dat het dorp te klein was voor de aanleg van een verharde weg en elektriciteit, maar ze hadden wel zonnepanelen voor stroomvoorziening en we hadden volle ontvangst op onze GSM.
Na het eten traden de dorpsdames op met een traditionele dans waarna ons werd gevraagd ook wat liedjes te zingen. Zo werden het Studentenlied en het Phoenixlied door ons ten gehore gebracht evenals het Wilhelmus.
Daarna hebben we een aantal Thai ‘De Grote Dalmuti’ (een kaartspel) uitgelegd en hebben we dat een flinke tijd gespeeld (onder het genot van een paar pilsjes).



De volgende ochtend hadden de dorpsdames hun prullaria in de vorm van een ‘marktje’ na het ontbijt uitgestald en werd er redelijkerwijs van ons verwacht dat we daar iets van zouden kopen. Dat was even een tegenvaller, want als we dat hadden geweten hadden we de vorige avond voor hun dansjes wat minder fooi gegeven. Het waren namelijk werkelijk prullaria die op een bazaar in de stad voor veel minder te koop waren, maar uiteindelijk hebben we toch maar wat gekocht. Ook hebben we nog even verstoppertje gespeeld met een olifant, maar in de jungle was hij daar een stuk beter in dan in het dorp.



Na nog een flinke looptocht was onze jungletrek weer voorbij. Op weg terug naar Chiang Mai hebben we nog een tocht per bamboevlot over een riviertje gemaakt. Dit was behoorlijk saai en een jammer einde aan een mooie jungletocht (al mocht het de pret niet drukken).



’s Avonds hebben we de bazaar in Chiang Mai leeggekocht, vooral de Lacoste poloshirts voor 3 euro waren populair. Na terugkomst van de bazaar zijn we naar de Pornping-tower (zie foto) gegaan naar een Thaise Dancing. Die avond was zo geslaagd dat we Siethoff nog hebben moeten weerhouden met een meisje mee te gaan naar een andere bar, nadat haar ‘vader’ had verteld dat zij goed voor hem zou zorgen.



Na de nacht weer te hebben doorgebracht in Chiang Mai was het tijd voor nog wat meer cultuur. Ditmaal in Sukothai. We hadden ditmaal een andere gids, die aanzienlijk minder Engels sprak en nog erger: veel minder wist dan Maha.
Bij Sukothai hebben we een fietstocht gemaakt tussen de ruïnes door van de vele tempels die daar hebben gestaan toen Sukothai nog hoofdstad van Thailand was. Na een heleboel Wat’s (tempels) te hebben gezien, olifanten te hebben gevoerd en een suffe paard-en-wagen tour door Phitsanulok te hebben gemaakt, was het tijd om terug naar het zuiden te gaan (wederom met de slaaptrein) voor het relax-deel van de vakantie.



Nadat de culturele eerste week van onze reis erop zat, namen we zoals gezegd weer de slaaptrein terug naar Bangkok. In Bangkok gingen we eerst even langs de kleermaker om onze pakken te passen, en te zien wat er allemaal aan vermaakt diende te worden alvorens een vrij lange ‘bus’-reis te hebben richting het eiland Koh Chang. Onze buschauffeur leek wel haast te hebben, want hij reed als een enorme debiel (hard, gevaarlijk en schokkerig). Maar aangezien we allemaal behoorlijk moe waren hebben we het meeste van die reis niet echt meegemaakt.



Op Koh Chang aangekomen werden we afgezet bij ons resort aan White Sand Beach. Die avond werden we voor het eten nog getrakteerd op een heerlijke Thaise massage. ’s Avonds wilden we een drankje gaan doen, maar konden we vrijwel alleen tenten vinden die er meer uit zagen als stripclubs. Uiteindelijk vonden we een soort van bar/dancing die nog wel uit te houden viel, dus daar hebben we de avond doorgebracht.



Dag 2 op Koh Chang was een vrije dag, die ik samen met Ten Cate en Laane invulde door te gaan duiken. Helaas was het zicht niet super doordat er een Tyfoon in de golf van Vietnam te keer ging wat ook het water in de Golf van Thailand wat troebeler maakte. Toch was het een geslaagde duiksessie.



Die avond zijn we (ongeveer aan de andere kant van het eiland) naar een soort van hippie-bar gegaan waar we ook gegeten hebben. De bedoeling was dat je op de grond aan een tafeltje zat. Het publiek bestond uit louter toeristen en ik vond het maar niets (maarja, je bent in een groep, dus moet je je aanpassen).



De volgende twee dagen stonden in het teken van een zeiltocht. We hadden 2 zeil‘jachten’ gehuurd met kapitein. Ik kan er erg veel over schrijven, maar in combinatie met de foto’s is het verhaal met de volgende punten prima te volgen:
  • De tyfoon was dichterbij gekomen;
  • De schipper op een boot (de mijne) was een vreemde Italiaan die alles behalve sociaal was en ook niet erg veel van zeilen begreep;
  • Diezelfde boot hing met tape aan elkaar, en de tweede dag durfden we met de wind en de staat van de boot niet meer te zeilen (motoren dus).



Na het zeilen hadden we nog een vrije dag die door mij (wederom met Ten Cate en Laane) werd gebruikt om het eiland op een gehuurde scooter te verkennen. Na terugkomst was het tijd voor de ongeveer verplichte zwembad-fotosessie. Die avond was het volle maan, wat betekent dat er een hoop full-moon party’s waren. Uiteraard waren we daarbij en we lagen dan ook behoorlijk vroeg in bed.
Door de zeer korte nachtrust lagen we daarom in het busje wederom voor Pampus, wat de reis een stuk sneller deed verlopen.



Terug in het hotel in Bangkok aangekomen moesten we nog iets doen wat we tot dan toe nog niet hadden gedaan: karaoke. Daarna zijn we naar de rivier gebracht waar we een dinner-cruise hadden. Iedereen was daar echter al zo moe dat de oogjes regelmatig dicht vielen. Om ons niet te laten kennen hebben we ons daarna toch nog in Pat Pong laten afzetten om ook daar de bazaar even uit te checken. De bars waar Pat Pong bekend om staat hebben we niet van binnen bekeken omdat bepaalde clubgenoten dat niet durfden. Laat is het ook niet geworden die avond, want iedereen was simpelweg veel te moe.



De laatste dag hebben zijn we als eerste onze pakken bij de kleermaker gaan ophalen, waarna we nog wat hebben geshopt in Bangkok (eindigend met een aantal souvenirs van Khao San Road, waar we ook gegeten hebben). Na terugkomst in het hotel, zijn we nog even het zwembad ingesprongen en hebben we een aantal pilsjes gedronken in de pool-bar. Inmiddels was Venna ook aangekomen om met Joop nog 5 weken door dit deel van Azië te trekken. Rond een uur of half elf vertrok de rest van de club naar het vliegveld en ben ik met Joop en Venna nog een drankje gaan doen.



De volgende ochtend moest ik om 7u de taxi hebben naar het vliegveld, en vrijwel zonder nachtrust vertrok ik terug naar San Francisco (waar ik nog moest overnachten aangezien er geen vluchten meer naar Austin waren).